|
||||||||
Het is nauwelijks een paar weken geleden, dat we hier uitgebreid de lof mochten zingen van het Ultrafaux Ensemble, een gezelschap rond gitarist Michael Joseph Harris, met zijn uitvalsbasis in Baltimore, Maryland en gespecialiseerd in allerlei muziekjes, die zwemen naar wat ons aller Django Reinhardt ons naliet. Welnu, Harris -bezig baasje, zeker weten, leidt ook deze Hot Club of Baltimore, een bij momenten redelijk uitgebreid ensemble, dat bij momenten zelfs voor een Big Band kan doorgaan en die, als ik het goed heb, met deze plaat aan haar vijfde outing toe is. Overigens heette de tweede in de rij “Place de Brouckère”, een naam die voor ons, Belgen toch wel een fijn neveneffect heeft, wegens ongeveer het enige plein, dat bij werkelijk iedereen hier bekend is, maar dit terzijde. Op deze CD draait het vooral, maar niet uitsluitend, om de stem van zangeres Alexis Tantau, een dame die Franse voorouders heeft, van wie ze overduidelijk de liefde voor het chanson en de aan Frankrijk gelinkte genres, zoals veel Roma- en swingmuziek meekreeg. Alexis blijkt, zo lees ik, ooit voor een jaar naar de plek verhuisd te zijn waar haar voorouders vandaan kwamen, puur om er Occitaans te leren. Dat zou haar toelaten een deel van haar familiegeschiedenis beter te begrijpen en voor ons, luisteraars van vandaag, heeft het als voordeel dat Alexis blijkbaar ook een zeer aardig mondje Frans overhield aan heet Occitaanse uitstap. Niet zelden hoor je Engelstaligen op een soms zelfs bijna schattige manier de taal van Molière geweld aandoen, maar dat is bij Alexis Tantau totaal niet het geval. OK, ze zingt Frans met een licht Amerikaans accent, maar ze demonstreert wel dat ze het Frans machtig is en niet met fonetisch uitgeschreven teksten werkt. Dat doet ze onder meer met een drietal fraaie versies van Edith Piaf-songs: “La Vie en Rose” opent de plaat,”Hymne à l’amour” staat er als track 3 en “Non, je ne regrette rien” sluit de plaat af in een heerlijk “La Paloma”-ritme. Daar allemaal tussenin vind je classics als “It’s Only a Paper Moon”, “Sweet Georgia Brown”, Django’s “Nuages” en “I Can’t Give You Anything But Love” , “C’est Si Bon”, dat heel veel Amerikanen kennen dankzij Eartha Kitt, “I’ll Never be the Same” en “Moon Ray” van Ella Fitzgerald, “Like Someone in Love” van Bing Crosby en “If I had a Ribbon Bow” dat in de versie van Fairport Convention deel uitmaakte van de soundtrack van mijn jeugd. Dat alles bijeen opgeteld, levert een dikke vijftig minuten bijzonder fijne muziek op: Alexis Tantau is een heel goeie zangeres, die de verschillende genres moeiteloos aankan en die zich als een vis in het water lijkt te voelen tussen de grote groep begeleidende muzikanten. Ik tel er zestien, die natuurlijk zelden of niet gelijktijdig aan een van de tracks gewerkt hebben, maar wel opéén of meerdere nummers meespeelden. Het Ultrafaux ensemble hoort daar bij en zo maken we de cirkel rond: dit is een bijzonder mooi plaatje geworden, dat je, naar mijn gevoel, het best in duo aanschaft, samen dus met met “Tangent” van Ultrafaux. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||